Studenten voor de rechter

Lege flessen wijn, heroïnespuiten, naalden, blikjes, lepels, knopen van een hemd,… ze kunnen allemaal sporen bevatten. Onze studenten forensisch onderzoek leren hoe ze een plaats delict moeten betreden, analyseren en welke sporen ze kunnen vinden. 
Al die aanwijzingen passen ze vervolgens in een scenario dat moet aanduiden wie er op welke manier betrokken is.  

Sporenonderzoek in scenario

Vandaag trokken de studenten met hun scenario en sporenonderzoek naar het gerechtshof in Antwerpen. Voor een rechter, magistraat en jury stelden ze hun vaststellingen voor. 
Zo kwamen er onder andere een opgehangen persoon, een verdacht overlijden in een kraakpand, een slachtoffer in kritieke toestand in een danscafé en een dode oude vrouw onder een matras langs. 
Als experten moeten ze hun werkwijze en bevindingen bovendien op een toegankelijke manier voorstellen zodat jury zonder kennis van zaken kan mee volgen. Daarnaast is het cruciaal dat hun bevindingen met harde bewijzen kunnen worden gestaafd. Bij de minste twijfel kunnen ze onderuit gehaald worden door de advocaten van de verdediging.

Midden in de realiteit

De studenten zelf vinden het een leerrijke ervaring, aldus Yatti Van Brabant en Emma Stoffelen: “Het is vooral bijzonder interessant om mee te maken hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Het volledige postgraduaat forensisch onderzoek is trouwens erg praktijkgericht. Dat maakt het net zo boeiend. Zelfs tijdens de theorielessen wordt er zo vaak met echte cases en voorbeelden gewerkt, dat we steeds midden in de realiteit zitten. Tijdens deze oefening moeten we eigenlijk alle kennis die we het afgelopen jaar meenamen, gebruiken om alles in één context te kunnen plaatsen.”

Toekomstige collega’s

Het blijkt voor de studenten toch geen eenvoudige oefening: “Je moet erg op je taalgebruik letten. Hoe je iets zegt is ook erg belangrijk. Je moet de hele tijd alert blijven. Bij het kleinste stukje twijfel of onduidelijkheid ligt de verdediging op de loer. Maar het is natuurlijk normaal dat we hier en daar nog fouten maken, het is een goede leerervaring voor ons. De lesgevers (die allemaal voor de politie of gerecht werken) die hier aanvullingen en tips geven, willen ons stimuleren voor de toekomst. Wij gaan immers hun toekomstige collega’s worden. Zo trekt Yatti -die al een Master Criminologie op zak heeft- nu verder richting Rechten en hoopt ze ooit in de juridische wereld te werken. Emma heeft een Master Rechten en volgt naast het postgraduaat nog drugsbeleid en strafrecht. Zij zou graag aan de slag gaan bij de gerechtelijke politie.”