studenten landschaps- en tuinarchitectuur
Verhaal

Een stapje dichter bij de master?

Vorig jaar in maart schreven we hier over de eerste schuchtere stappen richting een master landschaps- en tuinarchitectuur. Ondertussen zaten we niet stil. Samen met onze collega’s van Hogent starten we via het alliantiefonds van Erasmushogeschool en Hogent met een onderzoek in functie van het beter afstemmen van de opleiding tuin- en landschapsarchitectuur op het Vlaamse en internationale werkveld. 

Over de grens

Een eerste fase brengt ons naar het buitenland. We onderzoeken en bezoeken drie buitenlandse masters. We hebben drie verschillende types uitgekozen. We gaan er kijken hoe zij georganiseerd zijn. Welke inhouden en thema’s komen er binnen hun opleidingen aan bod en waar komen hun studenten uiteindelijk terecht in het werkveld. Zo staat onder andere Duitsland op de lijst. Dat is een land met een stevige geschiedenis en reputatie op het gebied van landschapsarchitectuur. De masteropleidingen worden daar zowel door hogescholen als universiteiten ingericht. We bezoeken er de hogeschool in Osnabrück. In Schotland bezoeken we de universiteit van Edingburgh daar bestaat de opleiding uit een bachelor van drie jaar en een master van een jaar. Bovendien werd ze daar ondergebracht in een college of arts. In Amsterdam bezoeken we de Academie van Bouwkunst. Daar kan je enkel starten aan de vierjarige master landschapsarchitectuur wanneer je al in de brede sector aan de slag bent. 

Werkveld naar world café 

Tijdens de tweede fase bevragen we het werkveld in Vlaanderen en Brussel. We willen drie profielen van landschaps- en tuinarchitecten bevragen.  
Diegenen die nu in het werkveld staan maar geen master op zak hebben. Zij worden nu dikwijls te weinig betaald voor het werk dat ze doen. Of erger kunnen niet het werk doen dat ze zouden moeten kunnen doen vanwege hun diploma. Welk type master verwachten zij? Vlaanderen kent enkel academische masters. Is dat volgens hen nodig.
Een volgende groep zijn de mensen met een master landschapsarchitectuur uit het buitenland. In welke functies komen zij nadien terecht? Wat denken zij dat de master nodig heeft? Waren ze naar het buitenland getrokken indien er een Vlaamse master bestond?
Tenslotte bevragen we de mensen die in België een Master Stedenbouw of Erfgoed behaalden. Waar staan zij in het werkveld? Zouden ze voor dezelfde master gekozen hebben moest er een master landschapsarchitectuur bestaan? 
Om deze vragen aan het werkveld te stellen, organiseert onze opleiding samen met Hogent een World Café op 3 mei in het Ritcscafé. 
 

Deel dit