Studenten landschaps- en tuinarchitectuur
Verhaal

Groenkleurige toekomst

Afstuderen en meteen een prijs in de wacht slepen. Het overkwam Elke Brouckaert, studente landschaps- en tuinarchitectuur. Zij won de prijs van de Belgische Vereniging van Tuin en Landschapsarchitecten (BVTL).

Prijs aan de voordeur

Elke was eerst erg verbaasd dat zij de prijs won: “Ik was natuurlijk wel heel blij. Het was daarnaast ook extra bijzonder. Gezien de proclamatie omwille van Covid-19 dit jaar afgelast werd, kwamen de docenten de diploma’s en dus ook mijn prijs aan de voordeur leveren.” Elke kreeg de prijs omwille van haar inzet en doorzettingsvermogen. Maar ook het sociale aspect was belangrijk. Zo was Elke steeds bezig om ook andere medestudenten mee verder te rijgen. Daarnaast speelde ook de uitzonderlijke kwaliteit van het werk dat ze binnen de opleiding afleverde een grote rol. Daarover vertelt ze zelf: “In een creatieve opleiding is het belangrijk om jezelf te blijven uitdagen. Je moet niet steeds kiezen voor de meest voor de hand liggende oplossing. Je moet telkens je eigen ideeën en ontwerpen kritisch durven bekijken.” Tijdens een buitenlandse stage in Amsterdam kwam dit aspect nog meer uit de verf: “In Nederland hanteren ze een directere feedback. Ze nemen er geen blad voor de mond. In het begin is dat wel wat schrikken. Maar met kritiek leren werken is enorm belangrijk in een ontwerp. Door de discussie aan te gaan, kan je ontwerp alleen maar sterker worden. Falen mag en kan, zolang je beseft dat hier ook andere ideeën uit komen. 

Niet eerste keuze

Elke begon niet meteen aan de bachelor landschaps- en tuinarchitectuur: “Ik behaalde eerst een bachelor bedrijfsmanagement. Maar besloot dan toch landschaps- en tuinarchitectuur te gaan studeren. Mijn ouders hebben een tuinbedrijf en ik zag me uiteindelijk toch niet elke dag achter een bureau zitten. Een keuze waar ik op mijn 18e misschien nog niet helemaal klaar voor was: ”Ondertussen word ik ‘on the job’ natuurlijk verder opgeleid door mijn vader, maar de opleiding die ik volgde heeft een enorme meerwaarde voor wat ik dagelijks doe. Alleen al de plantenkennis die ik heb opgedaan. Of het leren omgaan met ruimtes en inrichting. In de opleiding kwam ik ook in contact met de verschillende schaalniveaus. We zijn gestart met tuinen, maar gaandeweg ontwikkelde ik ook een enorme interesse in de publieke ruimte en landschappen. De basisprincipes gelden trouwens op elke schaalniveau.”
Plantenschat
De keuze voor de opleiding in Brussel lag niet meteen voor de hand: “Uiteindelijk heeft onder andere het kleinschalige van de opleiding me overtuigd,” zegt Elke, “ik kende Brussel eigenlijk niet goed. Maar de opleiding sprak me echt aan en je moet niet steeds de gemakkelijkste keuze maken. Ondertussen ben ik enorm blij met de ervaring die ik heb opgedaan. Brussel heeft vaak een negatieve bijklank, maar het is echt een aangename stad. Zeker niet te vergelijken met Roeselare! Daarnaast is er de enorme plantenschat in de Plantentuin Meise. Tijdens onze lessen plantenleer in de platentuin is mijn plantenkennis echt enorm uitgebreid. Hier les krijgen was echt een enorm voordeel.”

Geen hobbyproject

Vandaag draait Elke al goed mee in het bedrijf van haar ouders: “Ik hou met bezig met allerlei zaken, offertes, bestellingen, gesprekken met klanten, tekenen,… Ik voel me soms wel wat onzeker. Ik ben natuurlijk nog maar een starter. Gelukkig kan ik terugvallen op mijn ouders. Maar ze zijn ook streng, het moet goed en juist zijn. Dat begrijp ik natuurlijk wel. We runnen een zaak, het is geen hobbyproject. Het is ook belangrijk dat ik als jonge starter blijf bijleren. Ook dat hebben we geleerd in de opleiding. Zo denk ik momenteel aan een fytolicentie, maar ook nog meer plantenleer of bijvoorbeeld insectenleer. Daarnaast wil ik me ook meer toeleggen op klimaatneutraal ontwerpen. Daarbij spelen een goede plantenkeuze, biodiversiteit maar ook water en minder verharding een grote rol.”

Groenkleurige toekomst

De huidige pandemie heeft veel mensen het belang van de openbare ruimte en groen doen inzien. Maar het digitale contact dat binnen veel sectoren zijn ingang heeft gevonden, ligt wat minder voor de hand: “Als we met klanten praten over hun tuin, dan willen ze dat doen in hun vrije tijd. Ze kijken al de hele dag naar een scherm. Ze bespreken dit dus liever buiten. Voor ons is dit ook makkelijker om één en ander duidelijk uit te leggen. Niet alle klanten vinden een plan lezen vanzelfsprekend. Dat er nu nog meer aandacht is voor groen en de publieke ruimte, toont aan dat we als landschaps- en tuinarchitecten de toekomst ‘groenkleurig’ mogen zien. Er is in Vlaanderen nog heel wat moois te doen. Het belang van onze kennis en expertise is hier enorm. Landschaps- en tuinarchitecten moeten hier van bij de start van een project bij betrokken worden en niet op het einde van een project om het dan wat mooier te maken.” 
 

Deel dit