
Zorgmanagement
Nog vragen
Voor wie
De banaba Zorgmanagement is een opleiding voor professionals die op termijn willen doorgroeien naar hoofdverpleegkundige of leidinggevende. Deze opleiding zal je wapenen met de nodige kennis en vaardigheden om deze functie optimaal in te vullen. We leren je hoe je een succesvol operationeel leidinggevende in de gezondheids- of welzijnssector kunt worden, die zeker in haar/zijn schoenen staat. Naast een theoretisch kader leer je dankzij rollenspelen en trainingen om te gaan met verschillende situaties. We werken daarbij met een persoonlijk ontwikkelplan, zodat we echt inspelen op jouw situatie.
Evidence Based handelen
a. Basis van wetenschappelijk onderzoek:
- Methodologie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek
- Opmaak van bevragingen en indicatorenset
- Opzetten van een database
b. Op een systematisch manier literatuur kunnen opzoeken
c. Basis van statistische methodes
d. Literatuur kunnen lezen en interpreteren
e. Integratie van theorie naar praktijk zodat de toekomstig leidinggevende zelf een “project” binnen zijn afdeling kan opzetten en onderzoeksresultaten (een project) op een heldere manier kan presenteren via PPT of een poster
4
Managementvaardigheden
a. Kennis van de verschillende managementrollen gebaseerd op model van Quinn
b. De verschillende rollen kunnen verklaren en toepassen
c. Inzicht hebben in de eigen sterktes en zwaktes gerelateerd aan de managementrollen van Quinn
d. Inzicht in de manier waarop ander leidinggevenden deze rollen toepassen en dit kritisch naar zichzelf kunnen vertalen
e. De vaardigheden en flexibiliteit ontwikkelen om deze rollen te kunnen toepassen
f. Internationaal: het profiel van leidinggevende in de gezondheidszorg vergelijken met het profiel van een leidinggevende in het buitenland door middel van literatuuronderzoek.
4
Beleidsinitiatie en beleidsevaluatie
a. Boortabellen kunnen opmaken, lezen en begrijpen
b. Een beleidsplan kunnen opmaken gealigneerd met missie en beleid van de organisatie
c. Bestaffingsberekingen kunnen maken
d. Ingezet beleid leren evalueren
3
Wetgevende context in de zorg
a. Organisatie van de gezondheidszorg in België
- Rol van de gemeenschappen en de federale overheid
b. Ziekenhuiswetgeving:
- inzicht in de ziekenhuiswet
- rol van relevante organen en functies kennen
- de verschillende beroepsgroepen gedefinieerd in de ziekenhuiswetgeving en hun rol en functie kennen
- structuur van medisch- en verpleegkundig departement
- rechtsverhoudingen binnen het ziekenhuis
- procedure tot erkenning van ziekenhuisdiensten
- de wetgeving kunnen opzoeken, interpreteren en toepassen,
- kennis van de wetgeving rond relevante zorgprogramma’s
c. Wetgeving gericht op Woon-zorgcentra
- de gangbare wetgeving met betrekking van de WZC kennen
- de verschillende functies in de WZC en hun rol binnen de setting kennen
- de wetgeving kunnen opzoeken, interpreteren en toepassen
d. Wetgeving gericht op de geestelijke gezondheidszorg
- Artikel 107
e. Aansprakelijkheid
- Vormen van aansprakelijkheid
- Eigen rol en verantwoordelijkheid als leidinggevende mbt aansprakelijkheid kennen
- Relevante rechtspraak mbt de aansprakelijkheid kennen en kunnen interpreteren
4
Kwaliteitsmanagement en veiligheid voor patiënt & medewerker
a. Kwaliteitsmanagement en patiëntveiligheid
- Kwaliteitscultuur
- Kwaliteitsmanagement (technieken en methoden)
- Verbeteren van kwaliteit
- Indicatoren (opstellen, opvolgen)
- Relevante wetgeving inzake kwaliteit
- Patiëntveiligheid
- Accreditatie en certificatie
- Internationaal: vergelijking tussen kwaliteitsmanagement en kwaliteitsbeleid in ziekenhuizen en WZC in andere landen (USA, Canada, Nederland, Australië, Zweden)
b. Veiligheid voor medewerkers
- ARAB
- Risicoanalyse
- Rol en verantwoordelijkheid van de leidinggevende inzake veiligheid voor medewerkers
- Integratie van het welzijnsbeleid op de werkvloer
- Internationaal: Vergelijking maken met ARBO wetgeving in Nederland en wetgeving welzijn op het werk in België voor bepaalde topics.
4
Procesoptimalisatie
a. Procesanalyse
b. Procesverbeteringen
c. Basisprincipes van Lean-management
d. Visueel management
e. Veranderingen implementeren
3
Werkbezoek en stage
a. De managementrollen van Quinn in praktijk kunnen herkennen bij andere leidinggevenden en kritisch naar zichzelf en de eigen ontwikkeling kunnen reflecteren
b. Kritisch kunnen zijn naar zichzelf, anderen, eigen organisatie en andere organisaties
c. Een aanzet geven tot de uitbouw van een professioneel netwerk
d. Internationaal: vergelijking tussen functie van operationeel leidinggevende in België en een ander land. Werkbezoek aan de instelling waar deze leidinggevende werkt (bezoek, interview, reflectieverslag).
4
POP en persoonlijke begeleiding
a. De student heeft de verantwoordelijkheid om op basis van eigen S/Z analyse zichzelf te ontwikkelen en zich bepaalde competenties eigen te maken. (zie competentiematrix) . Dit kan gebeuren door
- Leren door kennis of instructie (Boeken lezen, cursus volgen, learning on the job door instructie van ervaren collega’s
- Leren door imiteren
- Leren door experimenteren
- Leren door reflectie
b. Iedere student heeft een POP-coach van de opleiding die persoonlijke begeleiding biedt gedurende de ganse opleiding.
c. Daarnaast wordt aan de student gevraagd om binnen zijn persoonlijke-en professionele omgeving ook een coach te zoeken die mede instaat voor kritische feedback
d. Voor de evaluatie van de competenties wordt een competentielijst gebruikt waarbij samen met de student de evolutie in het bereiken van deze competenties gestuurd en geëvalueerd wordt.
e. In deel 1 en deel 2 kiest de student op basis van zijn eigen S/Z analyse de competenties waaraan gewerkt wordt.
3
Coachen als leidinggevende
a. Inzicht krijgen in de methodes en technieken om toekomstgericht medewerkers kritisch te leren kijken naar zichzelf met als doel inzicht te krijgen in de eigen verantwoordelijkheid naar het handelen.
b. Belangrijke competenties die hiervoor nodig zijn:
- Actief luisteren:
- Inlevingsvermogen:
- Coachen en ontwikkelen:
- Rapport
4
Financieel Management
a. Is opgebouwd uit een algemeen deel en verder opgesplitst voor de sectorspecifieke instellingen.
b. Ongeacht de sector waarin de student werkt, zal hij de financiële aspecten van iedere sector moeten kennen.
4
Human Resources Management
a. Missie en visie
b. Hoe waarden en normen als leidraad gebruiken bij het beleid van jouw afdeling
c. Organigram en structuur van de instelling
d. Diversiteit
e. Werving en selectie
f. Uurroosterbeleid (gezond roosteren,
g. Motivatie
h. Functiebeschrijvingen, competentieprofiel, competentiemanagement
i. Prestatie-evaluatie: functioneringsgesprekken, evaluatiegesprekken, ontwikkelingsgesprekken
j. Vorming en ontwikkeling
k. Loopbaanbeleid
l. Planning en sturing van medewerkers
m. Teamontwikkeling en teamdynamiek
n. Verzuim- en aanwezigheidsbeleid
o. Waarderen en belonen
p. Starten als nieuwe leidinggevende: do’s en don’ts
6
Oefenen van competenties en vaardigheden
a. Zelfzorg voor de leidinggevende
- Hoe jezelf beschermen als leidinggevende tegen burn-out en stress
b. Hoe intervisie organiseren met jouw team
- Hoe samen met jouw team problemen bespreken. Hoe samen knelpunten aanpakken en teamfunctioneren optimaliseren
- De rol en functie van de operationeel leidinggevende in de intervisie
- Tips en tricks
c. Feedback geven en slecht-nieuwsgesprek
- Methode van feedback geven
- Manier om een slecht-nieuwsgesprek te voeren met medewerker
- Rollenspel
d. Efficiënt en effectief vergaderen
- Hoe maximale efficiëntie verkrijgen uit de vergadermomenten
- Agenda, verslag, deelnemers, verloop, leiding, besluitvorming
- Effect creëren uit een vergadering (opvolging van acties en besluiten)
- Rollenspel
e. Gespreksvoering rond persoonlijke ontwikkeling en functioneren
- Belang van deze gesprekken kaderen in het beleid
- Verschil tussen waarderingsgesprekken, functioneringsgesprekken en evaluatiegesprekken
- Dmv rollenspel deze gesprekken oefenen
- Conflictcoaching en conflicthantering
- Een verstoorde arbeidsrelatie door hantering van een model terug normaliseren
- Medewerkers onderling
- Medewerkers en andere beroepsgroepen
- Rollenspel & casusbespreking
g. Hoe omgaan met roddelen, uitsluiten van medewerkers, zwart schaap
- Hoe pestgedrag herkennen
- Hoe in praktijk dit oplossen, welk model kan hiervoor gehanteerd worden
- Casusbespreking, rollenspel
h. Spreken voor publiek
- Belang herkennen van voor een groep te kunnen staan
- Een boodschap inspirerend en helder kunnen overbrengen naar team, directie, cliënten, publiek … op een authentieke manier
- Correct gebruik van presentatiemateriaal
- Oefeningen, opdrachten, een presentatie geven
i. Klachtenbehandeling
- Hoe in praktijk omgaan met een klager
- Dynamiek van klachten (ontstaan, verloop, behandeling)
- Bemiddeling en streven naar consensus
- Klacht als verbeteropportuniteit
- Rollenspelen, casusbespreking
j. Stress-hantering
- Hoe herken ik stress bij mijn medewerkers
- Wat kan ik als leidinggevende doen om stress te voorkomen en te reduceren
- Impact van team op ontstaan/vermijden van stress
- Casusbespreking en eigen ervaringen delen/bespreken
k. Omgaan met weerstand en veranderingen
- Hoe herken je weerstand in een veranderingsproces
- Soorten weerstand
- Hoe als leidinggevende weerstand voorkomen en als het ontstaat ombuigen naar iets constructiefs
- Eigen ervaring van de studenten en casusbespreking
l. Bemiddelingsgericht werken
- Hoe conflicten tussen medewerkers en zorgverleners op een constructieve manier aanpakken
5
POP en persoonlijke begeleiding
a. De student heeft de verantwoordelijkheid om op basis van eigen S/Z analyse zichzelf te ontwikkelen en zich bepaalde competenties eigen te maken. (zie competentiematrix) . Dit kan gebeuren door
- Leren door kennis of instructie (Boeken lezen, cursus volgen, learning on the job door instructie van ervaren collega’s
- Leren door imiteren
- Leren door experimenteren
- Leren door reflectie
b. Iedere student heeft een POP-coach van de opleiding die persoonlijke begeleiding biedt gedurende de ganse opleiding.
c. Daarnaast wordt aan de student gevraagd om binnen zijn persoonlijke-en professionele omgeving ook een coach te zoeken die mede instaat voor kritische feedback
d. Voor de evaluatie van de competenties wordt een competentielijst gebruikt waarbij samen met de student de evolutie in het bereiken van deze competenties gestuurd en geëvalueerd wordt.
e. In deel 1 en deel 2 kiest de student op basis van zijn eigen S/Z analyse de competenties waaraan gewerkt wordt.
4
Geïntegreerde Eindopdracht
a. Student moet in staat zijn binnen een organisatie een verandertraject te realiseren
b. Toepassen van de juiste methodologie van projectmanagement en verandermanagement
c. De kennis en vaardigheden verworven gedurende de opleiding integreren en toepassen in de GEO
d. In staat zijn een schriftelijk werk af te geven dat een duidelijke en concrete weergave is van het proces van de GEO
e. Een heldere, duidelijke presentatie geven voor een publiek en een jury en de vragen kunnen beantwoorden
7
Contact
De lessen gaan door op campus Jette en zijn steeds gepland op zaterdag. Daardoor is de combinatie van werken, studeren en een familiaal leven eenvoudiger.
Je kan voor meer info terecht bij Sandra Blommaerts.