Uitzonderingen

1. Studenten met een buitenlandse nationaliteit die toestemming hebben om voor onbepaalde tijd in België te verblijven, zoals bepaald door de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, te bewijzen met de verblijfsvergunning van een burger van een Lidstaat van de Europese Gemeenschappen (bijlage 8 of bijlage 9), of de identiteitskaart voor een vreemdeling (bijlage 7) of het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister (bijlage 6), overeenkomstig artikel 31 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;


2. Studenten die het slachtoffer zijn van mensenhandel, waarvan het bewijs wordt geleverd door een door de federale overheid erkend centrum dat gespecialiseerd is in de opvang van slachtoffers van mensenhandel;


3. Studenten met een buitenlandse nationaliteit die op grond van artikel 48/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de uitwijzing van vreemdelingen, voor bepaalde tijd in België mogen of mogen verblijven;


4. Studenten die op 31 december van het betrokken school- of academiejaar ten minste 12 maanden ononderbroken in België hebben verbleven en die deze legitieme verblijfstitel niet hebben gekregen om hoger onderwijs te volgen of te werken, noch om te anticiperen op een beslissing in een asielprocedure om erkend te worden als vluchteling of als persoon die recht heeft op subsidiaire bescherming, overeenkomstig de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de uitwijzing van vreemdelingen;


5. De student die op grond van de artikelen 10, 10bis, [[40bis of 40ter] van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de uitwijzing van vreemdelingen, een persoon als bedoeld in § 1 of § 2, 1° tot en met 7° van dit artikel, of een persoon die op 31 december van het betrokken school- of academiejaar rechtmatig in België verblijft om er hoger onderwijs te volgen of te werken, mag begeleiden of er zich kandidaat stellen voor een periode van ten minste 12 maanden;


6. Studenten die asiel aanvragen of van wie de ouders asiel aanvragen, en de student verblijft in België sinds zijn minderheid en heeft zelf geen asielaanvraag ingediend. De asielaanvraag werd ontvankelijk geacht vóór 1 juni 2007 en hun procedure is nog in behandeling bij het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, het Comité van Beroep voor de Vluchtelingen of de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.